Democratie moet van binnenuit komen

Op 14 mei 2024 nam hij afscheid van de Wetenschappelijk Raad voor het Regeringsbeleid. Prof. dr. Ernst Hirsch Ballin was lid van de WRR van 2014 tot 2019 en vervolgens adviserend lid. Misschien kent hij de raad wel als geen ander. Als onderzoeker schreef hij over de WRR: het proefschrift Publiekrecht en beleid. Fundamentele kwesties rondom het functioneren van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (1979) en onlangs, bij het vijftigjarig bestaan van de raad, het essay Tijd en ruimte voor beleid. Als bewindspersoon (1989-1994 en 2006-2010) ontving hij de WRR-rapporten. En als WRR-lid en adviserend lid schreef hij mee aan rapporten zoals Big Data in een vrije en veilige samenleving (2016), Veiligheid in een wereld van verbindingen (2017) en Europese variaties (2018). Een reflectie.

Vergroot afbeelding WEBportret Ernst Hirsch Ballin
Beeld: ©WRR / Fotograaf: Arenda Oomen

Publiekrecht en beleid centraal

“In 1977 ging ik voor het eerst op bezoek bij de WRR, die toen nog zetelde op Plein 1813. Ik had een afspraak met Peter Baehr, de toenmalige secretaris van de raad, en Paul den Hoed, toenmalig staflid, in het kader van mijn promotieonderzoek. Sindsdien heb ik mij eigenlijk altijd beziggehouden met publiekrecht en beleid. Als WRR-lid heb ik vooral geparticipeerd in projecten op het terrein van buitenland en recht, maar ook op het terrein van bijvoorbeeld migratie en AI. Zo schreef ik in het kader van het rapport Opgave AI (2021) het essay Mensenrechten als ijkpunten van artificiële intelligentie. Daarin betoog ik dat we AI niet onbekommerd over ons heen moeten laten komen maar dat we daarbij wel goed gebruik moeten maken van humane intelligentie. Veel mensen zijn bezorgd over de dehumaniserende gevolgen van AI, onder meer wegens de risico’s voor de democratie. Tegelijkertijd biedt AI juist ook mogelijkheden voor een humaan samenleven, bijvoorbeeld in het kader van de voedselvoorziening.”

Toch een nationale veiligheidsraad

“In het rapport Veiligheid in een wereld van verbindingen pleiten we voor de instelling van een veiligheidsraad, die samenhangend binnen- en buitenlands veiligheids- en defensiebeleid bevordert en waaraan iedereen aan tafel zit: politici, deskundigen en instellingen. Het derde kabinet-Rutte legde die aanbeveling naast zich neer, maar het laatste kabinet-Rutte besloot in 2022 de Nationale Veiligheidsraad alsnog in te stellen. Tijdens een video-interview voor mijn interne afscheid van de WRR haalde Mark Rutte dat nog aan.”

Democratie van binnenuit

“Ik ben, deels overlappend met mijn WRR-lidmaatschap, ook tien jaar lid geweest van de Adviesraad Internationale Vraagstukken. Net als de WRR heeft die raad een vooruitziende blik gehad ten aanzien van de grote risico’s in de internationale betrekkingen. 2014 is het jaar waarop veel op dat gebied kantelde, met de inval van Rusland in de Krim, de MH17-ramp en de derde intifadah. Bij het conflict tussen Israël en Palestijnen in de Gazastrook werd manifest dat degenen die zich hebben ingezet voor een vreedzaam samenleven van de twee, geen kans kregen. De diplomaat Robert Serry, die – samen met Larissa van den Herik uit Leiden – bij mijn afscheid sprak, herinnerde daaraan. Dan realiseer je je dat vrede en recht alleen van binnenuit kunnen komen, gedragen door staten die het internationaal recht respecteren en waarin allen gelijk kunnen samenleven. En daarnaast door de mensen zelf, vanuit hun eigen democratische ethos. Democratie moet kortom van binnenuit komen.”

Belang onafhankelijke adviesraden

“In het rapport Europese variaties zeggen we dat het goed is als er ruimte is voor variatie binnen de Europese Unie. Dat kan juist vanuit het feit dat de lidstaten de basisprincipes van democratie, rechtsstaat, fundamentele rechten en vrijheden, en de gemeenschappelijke markt delen en de aandacht gericht houden op het realiseren daarvan. We moeten alert zijn op elk begin van erosie van de democratische rechtsstaat. Ethos en waakzaamheid zijn daarvoor nodig. Het komt daarbij niet alleen aan op de innerlijke houding, maar ook op innerlijke onafhankelijkheid. Politiek is het verleidelijk de aandacht te richten op de directe belangen van kiezersgroepen, maar zonder solidariteit en zorg voor toekomstige generaties schiet een democrtatie tekort. En voor dat laatste zijn de onafhankelijke adviesraden belangrijker dan ooit. Een democratie is immers gebouwd op kennis en inzichten, en een openhartige discussie daarover in de publieke ruimte.”

Multidisciplinair werken bij WRR

“Thematisch was er voor mij geen verschil tussen werken bij een ministerie, een universiteit en de WRR. Publiekrecht en beleid als spanningsveld is in mijn werk altijd aanwezig geweest. Wat wel verschilt, is de manier van werken. De WRR kan alleen werken als er ook contacten zijn met andere instituten, zoals de universiteiten. De raad zelf is klein, in sommige opzichten misschien wel erg klein. Omtzigt heeft eens gezegd: er zijn honderden mensen die op een ministerie bij een publiciteitsafdeling werken en de diensten die de adviesorganen ondersteunen, steken daar schril bij af. Dat moeten we in het oog houden. De democratie en de rechtsstaat blijven onafhankelijkheid en vrijheid in oordeel vereisen, en daarvoor is weer kennis van zaken nodig en de bereidheid om de inzichten die daarbij naar voren komen, serieuze aandacht te geven. Daarom hebben de adviesorganen voldoende ondersteuning nodig van mensen die onderzoeken wat elders wordt gedacht. Verder verschilt de WRR van een universitaire faculteit omdat de raad multidisciplinair werkt. Binnen de raad en de staf zijn veel disciplines vertegenwoordigd, zoals economen en gedrags- en natuurwetenschappers. Zij begrijpen het onderzoek van anderen, brengen dat samen en geven daar maatschappelijke relevantie aan.”

Ernstige risico’s aanwijzen

“Interdisciplinair werken daarentegen is een grotere uitdaging. Een belangrijke invalshoek daarvoor is de complexiteitstheorie die voor veel wetenschappen geldt. Veel complexe systemen, zoals het klimaat, zijn opgebouwd uit evenwichten die verstoord kunnen worden, en weer kunnen herstellen. Je kent wel het voorbeeld van de vlinder in het Amazonegebied: de minieme luchtbewegingen die de vleugels van die vlinder veroorzaken, kunnen het begin vormen van een kettingsreactie die leidt tot een orkaan ergens anders op de wereld. Hetzelfde geldt voor de internationale betrekkingen. Daar hebben we nu als het ware met een orkaan te maken. In de wetenschap en advisering kunnen we meer doen om dergelijke ernstige verstoringen te voorzien en te beperken. Dat vind ik het belangrijkste waaraan adviesorganen kunnen bijdragen: geen blauwdrukken maken maar ernstige risico’s aanwijzen en die zoveel mogelijk beheersen. Dat vergt wel dat er in de democratie naar geluisterd wordt!”

Herinneringen en hoop

“Om verschillende redenen heb ik veel plezier beleefd aan het werken bij de WRR. Bij de rapporten over Big data en AI was het bijvoorbeeld fijn om de interactie tussen democratie, techniek en recht in het licht te zetten. Daarnaast vond ik het werk aan de rapporten over de internationale verhoudingen en de ontwikkeling van de EU bijzonder. In het kader van het rapport over Europese variaties heb ik bijvoorbeeld veel interessante gesprekken gevoerd met de helaas veel te vroeg overleden Mathieu Segers, met mijn mederaadslid Casper de Vries en met toenmalig staflid Huub Dijstelbloem. In die gesprekken kwam zoveel meer aan de orde dan we in het rapport hebben kunnen neerleggen, bijvoorbeeld over de Nederlandse en Europese democratie en wat daarbij op het spel staat. Die gesprekken zullen me altijd bijblijven. Overigens vind ik ook de vrijheid en uitdagendheid van de gesprekken in de raad die André Knottnerus en Corien Prins als voorzitters mogelijk hebben gemaakt, goud waard. Ik kijk dan ook met veel goede herinneringen terug op mijn tijd en werk bij de WRR. Met dankbaarheid en weemoed verlaat ik de raad. Ik hoop dat de adviesorganen ook in de komende jaren hun onafhankelijk oordeel over het voetlicht zullen kunnen brengen, want dat is hard nodig. Mijn afscheid had ik mij niet mooier voor kunnen stellen: zo inhoudelijk en zo staand voor de vragen die mij bewegen. Maar nu wordt het tijd voor andere dingen in het leven.”