Nobelprijs voor Richard H. Thaler, keynote spreker van de WRR-Lecture 2009

De Nobelprijs voor de economie 2017 is toegekend aan Richard H. Thaler, voor zijn bijdrage aan de gedragseconomie. Het Nobelprijs-comité roemt zijn werk dat psychologisch realistische assumpties inbrengt in de analyse van economisch keuzegedrag.

In 2009 werd de jaarlijks door de WRR georganiseerde Lecture door Thaler verzorgd. Daarin maakte hij duidelijk dat mensen systematisch irrationeel zijn. Het niet rekening houden met systematische menselijke beperkingen kan tot voorspelbare inefficiëntie en ongelukken leiden. Er wel rekening mee houden kan bevorderend zijn voor welzijn, zonder dat dit de keuzevrijheid hoeft te beperken. Thaler betoogde in zijn WRR-Lecture dat individuen niet zijn om te vormen tot rationeel denkende personen.
Tijdens de Lecture van 2009 presenteerde de WRR zijn verkenning De menselijke beslisser. Deze bundel bevat bijdragen van Nederlandse wetenschappers op het gebied van de psychologie, economie, sociologie, biologie en filosofie. Voor deze nieuwe kennis bleek toen al veel belangstelling te bestaan.   

Gedrag en keuzes

Niet alleen met deze verkenning, maar ook met opvolgende publicaties maakte de WRR de beschikbare wetenschappelijke kennis over het gedrag en de keuzes van het individu toegankelijk voor zowel het beleid als een breder publiek. In 2010 verscheen het boek Hoe mensen keuzes maken. Het is bedoeld voor iedereen die wil weten wat de wetenschappelijke state of the art is over hoe mensen keuzes maken en wil meedenken over de betekenis hiervan voor politiek en beleid.  In 2014 presenteerde de WRR het rapport Met kennis van gedrag beleid maken. Daarin wordt onder meer ingegaan op de vraag hoe ‘het gedragswetenschappelijke perspectief’ valt te verankeren in overheidshandelen. Geïnspireerd door o.a. het werk van Thaler en de vertaling van diens werk naar de Nederlandse beleidscontext door WRR, onderzoeken steeds meer beleidsmakers hoe ze keuzearchitectuur kunnen inzetten om de cognitieve beperkingen van burgers te compenseren.

Redzaamheid in een participatiesamenleving

In het voorjaar 2017 uitgebrachte rapport Weten is nog geen doen, zet de WRR de volgende stap in de toepassing van gedragswetenschappelijke kennis. Naast denkvermogen is ‘doenvermogen’ minstens zo belangrijk om aan de hoge eisen van de participatiesamenleving te kunnen voldoen. Redzaamheid vraagt ook om niet-cognitieve vermogens, zoals een doel stellen, in actie komen, volhouden en om kunnen gaan met verleidingen en tegenslag. Lang niet alle burgers zijn onder alle omstandigheden hiertoe in staat. Mensen verschillen in de mate waarover ze over doenvermogen beschikken. Dat geldt zeker op momenten dat het leven tegenzit, zoals bij een echtscheiding, baanverlies of verlies van een partner. Het rapport bevat een pleidooi voor een realistisch perspectief op de redzaamheid van burgers. Vanuit dat perspectief zorgt de overheid ervoor dat de mentale lasten van beleid voor burgers zo laag mogelijk zijn. Burgers moeten erop kunnen vertrouwen dat de overheid hen niet over de rand heen duwt en dat momenten van onoplettendheid en zwakte niet direct ingrijpende gevolgen hebben.