Terugkijken en vooruitblikken

Een jaar waarin mooie dingen zijn gebeurd, zoals het 50-jarig bestaan van de WRR, maar dat tegelijkertijd een randje heeft, met COVID en de Oekraïne-oorlog, maar ook het onverwachte overlijden van het aankomend raadslid Cecile Janssens. Zo typeren WRR-voorzitter Corien Prins en WRR-directeur Frans Brom het jaar 2022. “Vergelijk het met een zonnetje dat schijnt op een winterdag,” zegt Prins. “Eigenlijk was het geen jaar om feest te vieren, maar tegelijkertijd ga je als organisatie niet voorbij aan een 50-jarig bestaan. Ik denk dat we er goed in zijn geslaagd daar op gepaste wijze vorm aan te geven, met het lustrumsymposium en het lustrummagazine. Zo konden we onze mensen in het zonnetje zetten, iets wat je ook in moeilijke tijden moet blijven doen.”

“Een van de hoogtepunten is het werkbezoek van de Koning in het kader van ons lustrum. Een leuke anekdote in dat verband is de deur die nooit open gaat. Daar werd gekscherend over gezegd: die gaat alleen open voor de Koning. En inderdaad. Het was overigens mooi dat zijn bezoek de vorm had van een werkbezoek. Dat is toch anders dan zijn aanwezigheid op de eerste rij bij een symposium. Zo’n werkbezoek geeft het grootste deel van de organisatie – raad, staf, secretariaat en communicatie – de kans om met de Koning in gesprek te gaan.” “Het is vooral leuk om je werk te presenteren aan iemand die zo breed georiënteerd is,” vult Brom aan. “Dat dwingt je om na te denken waar je het voor doet.”

Internationale uitdagingen

2022 was niet alleen het jaar waarin de WRR vijftig jaar bestond maar ook het jaar van de vijfjaarlijkse zelfevaluatie en evaluatie; het rapport van de evaluatiecommissie verschijnt begin 2023. Brom: “Hoe ons internationaal te positioneren? Onder meer die vraag stond centraal bij de zelfevaluatie. De wetenschap is internationaal georiënteerd en het beleid kent een internationale inbedding. Als adviseur van de Nederlandse regering kan de WRR dus niet om de internationale component heen. De uitdaging is daarmee waar we ons internationaal gezien wel of juist niet op in willen zetten.”

Overigens heeft de WRR regelmatig contact met buitenlandse zusterorganisaties. Zo bracht France Stratégie, een zusterorganisatie die het meest op de WRR lijkt, eind september een tweedaags bezoek aan de raad in het kader van het 50-jarig bestaan. Brom: “Tijdens dat bezoek hadden we een discussie over verschillende WRR-projecten en een rapport van France Stratégie over de nieuwe uitdagingen en grote transities waar we als samenleving voor staan. Verder spraken we, samen met de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur, over kernenergie; zowel Frankrijk als Nederland staan voor belangrijke keuzes op dit terrein. Erg inspirerend. Hetzelfde geldt voor de Vlaams-Nederlandse Denkdag: een samenwerking met vertegenwoordigers van de Vlaamse wetenschap en regering om na te denken over de uitdagingen waar zowel de Vlaamse als de Nederlandse regering voor staan. Daar kun je elkaar bij helpen.”

En nationale uitdagingen

“Niet alleen internationaal,” vult Prins aan, “ook nationaal staan we voor een belangrijke uitdaging, namelijk hoe regering en beleidsmakers bij de hand te nemen opdat zij meer oog krijgen voor de lange termijn. Daarbij moeten we als WRR erkennen dat er op de korte termijn ook tal van problemen spelen waar politiek en beleid niet aan voorbij kunnen gaan. Maar juist ook bij die acute problemen kan het denken over de lange termijn helpen. Dat laten onze coronascenario’s goed zien.”

De coronascenario’s die we in 2021 met de KNAW hebben ontwikkeld, hebben we in 2022 verder uitgewerkt met een groot aantal adviesraden. Dat was mogelijk doordat het kader er al lag,” legt Brom uit. Prins: “Wat ik mooi vond aan de samenwerking met de andere raden waren het commitment en het enthousiasme om dit project in een zomervakantie met z’n allen te doen. De samenwerking laat ook zien hoe rijk de bundeling van krachten is.”

Brom: “Uit de zelfevaluatie blijkt ook dat we, zeker bij projecten die de actualiteit raken, gaande een project meer de verbinding met buiten moeten zoeken, bijvoorbeeld via onze Hollands Spoorsessies of expertsessies. Daar moeten we strategisch over na denken.” Prins denkt daarbij ook aan de sessies met verschillende ministeries in het kader van de coronascenario’s: “Door hen daarbij mee te nemen, hebben zij een beter begrip van wat scenariodenken eigenlijk is.”

Doorwerking rapporten soms direct en soms na jaren

In 2022 kwam de doorwerking van het WRR-rapport ‘Kiezen voor houdbare zorg’ (september 2021) goed van de grond. “Ik vond het een spannend rapport,” bekent Prins, “omdat het kabinet ons op dit onderwerp om advies had gevraagd. Een onderwerp bovendien waaraan de raad lang niets had gedaan. Verder is de gezondheidszorg een weerbarstig onderwerp, en zijn er al veel analyses van andere organisaties. Het is dan afwachten of je het in je hebt om het verschil te maken. Dat dat mogelijk is, is dit jaar duidelijk geworden. Het gebeurt immers niet vaak dat een WRR-rapport een rol bij het regeerakkoord speelt. En de Tweede Kamer en de gezondheidszorgsector zelf hebben het rapport eveneens opgepakt. Natuurlijk is er ook kritiek, maar ik heb het gevoel dat het rapport verschil heeft kunnen maken.”

Brom: “Met de drie onderscheiden dimensies van financiële houdbaarheid, personele houdbaarheid en maatschappelijke houdbaarheid schept het rapport ruimte om voorbij de korte termijn te denken. Overigens laat de zelfevaluatie zien dat het soms jaren duurt voordat een rapport zijn doorwerking vindt. Politieke omstandigheden kunnen een WRR-rapport bijvoorbeeld opnieuw in het vizier brengen. Neem het rapport ‘Veiligheid in een wereld van verbindingen’ uit mei 2017. Dat werd dit jaar in het kader van de Oekraïne-oorlog opeens actueel. En ‘Naar een lerende economie’ uit 2013 en ‘iOverheid’ uit 2011 zijn eveneens voorbeelden van WRR-rapporten die nog steeds relevant zijn.”

Doorkijkje naar 2023

Het nieuwe jaar staat voor de deur, en daarmee het aantreden van een deels nieuwe raad. Prins: “We nemen nu afscheid van Marianne Visser en Arnoud Boot, de overige raadsleden maken hun tien jaar vol als adviserend raadslid. Per 1 januari treden twee nieuwe raadsleden aan: Paul ’t Hart, hoogleraar bestuurskunde in Utrecht, en Mathieu Segers, hoogleraar Europese geschiedenis en integratie in Maastricht. Later volgen de andere nieuwe leden: per 1 januari 2024 Maarten Lindeboom, hoogleraar economie aan de VU, en per 1 juli 2024 Ab Klink, hoogleraar zorg, arbeid en politieke sturing aan de VU, en Tanja van der Lippe, hoogleraar sociologie van huishoudens en arbeidsrelaties in Utrecht. Overigens zullen we hen op belangrijke momenten al bij het raadswerk betrekken, onder andere tijdens onze heidagen en de brainstorm over het nieuwe werkprogramma.”

Een nieuw jaar betekent ook nieuwe publicaties. “In 2023 brengen we onder andere een rapport uit rond het thema Klimaatrechtvaardigheid. Dat gaat over een rechtvaardige verdeling van de lasten als gevolg van het klimaatbeleid of de disruptie van het klimaat, zoals bij de overstromingen in Zuid-Limburg in 2021: wie gaat wat betalen? In een vervolg richten we ons op het klimaatbeleid op de lange termijn, na 2050. Ook dan staan we immers voor grote uitdagingen, zoals de zeespiegelstijging.” Brom: “Zoals het er nu uitziet, brengen we volgend jaar drie rapporten uit, naast Klimaatrechtvaardigheid ook een rapport over Onderneming en maatschappij – over de maatschappelijke betekenis en positie van het Nederlandse bedrijfsleven – en een rapport over Onzekerheid en onbehagen – over de samenhang tussen gevoelens van onzekerheid en controle enerzijds en het denken over politiek en maatschappij anderzijds. Drie onderwerpen dus die de volledige breedte van de WRR-agenda mooi illustreren.”