Werkwijze

De WRR komt in samenspraak met regering, parlement en maatschappelijke stakeholders tot een ruime selectie van potentiële onderwerpen voor het werkprogramma. Deze worden vervolgens getoetst aan een aantal inhoudelijke criteria. Zo gaat het om vraagstukken met een domein- of sectoroverstijgend karakter die betekenis hebben voor de lange termijn. Ook bieden ze aanknopingspunten voor doelgericht overheidshandelen. Vanuit deze groslijst van potentiële thema's en na overleg met de minister-president komt de raad uiteindelijk tot een definitieve selectie.

De WRR streeft naar een goede balans tussen enerzijds denkwerk in de studeerkamer en anderzijds raadpleging van deskundigen in zowel beleid en wetenschap, als aan 'de frontlijn' in het veld. Daarom vormen expertsessies, ronde tafels en interviews met praktijkmensen een vast onderdeel van ieder project. De beste adviezen ontstaan uit de interactie tussen professionals, beleidsmakers en wetenschappers die elkaar normaal niet zo snel tegenkomen.

De WRR werkt projectmatig. Gekozen onderwerpen worden steeds vanuit verschillende wetenschappelijke disciplines, perspectieven, onderzoeksmethoden en -bronnen bekeken. Dit op basis van een mix van denkwerk, literatuurstudie, aanvullend onderzoek en raadpleging van deskundigen en betrokkenen in beleid, wetenschap en het veld. Juist door die confrontatie van wetenschap met de praktijk van alledag kunnen adviezen en verkenningen ontstaan die niet alleen theoretisch goed zijn onderbouwd, maar ook daadwerkelijk aansluiten op de problemen in de samenleving en bruikbaar en realistisch zijn. Vaak werkt de WRR samen met universiteiten, onderzoeksinstellingen, beleidsmakers, andere adviesraden en de planbureaus.

De raad vergadert iedere twee weken over de inhoud en voortgang van de onderzoeken. Ook de wetenschappelijke staf bespreekt elke twee weken de voorliggende conceptstudies. Deze intercollegiale toetsing levert samen met de externe peer review een belangrijke bijdrage aan de kwaliteitsborging.