Weten is nog geen doen. Een realistisch perspectief op redzaamheid

De overheid moet meer rekening houden met de grenzen aan het ‘doenvermogen’ van burgers. Redzaamheid vraagt niet alleen om denkvermogen, maar ook om doenvermogen. De burger moet een plan maken, in actie komen, volhouden en om kunnen gaan met verleidingen en tegenslag. Burgers zijn hiertoe slechts beperkt in staat. Onder stress nemen deze vermogens bovendien sterk af. Er bestaat een behoorlijk verschil tussen wat wetgeving en beleid van burgers verwachten en wat zij aankunnen. Soms is het juist de overheid die mensen minder redzaam maakt. De WRR beveelt daarom aan dat de overheid een realistisch perspectief hanteert op het doenvermogen van burgers. Dat draagt bij aan het vergroten van hun redzaamheid. Het draagt ook bij aan de legitimiteit van de overheid, omdat burgers er dan op kunnen vertrouwen dat momenten van onoplettendheid en wilszwakte niet direct ingrijpende gevolgen hebben.

In dit rapport, dat vanmiddag om 12.00 uur is aangeboden aan staatssecretaris Dijkhoff van Veiligheid en Justitie, bespreekt de WRR nieuwe gedragswetenschappelijke inzichten over niet-cognitieve vermogens (doenvermogen) en hun betekenis voor wetgeving en beleid. 

Bevindingen

De belangrijkste bevindingen zijn:

  • De participatiesamenleving stelt hoge eisen aan het doenvermogen van burgers. Op cruciale onderdelen van het leven moeten ze keuzes maken, de regie nemen en in actie komen.

  • Kennis alleen is niet genoeg voor redzaamheid. Zelfcontrole, een pro-actief temperament en optimisme zijn minstens zo belangrijk voor redzaamheid in de sfeer van gezondheid, persoonlijke financiën en de arbeidsmarkt.

  • De meeste burgers zijn slechts beperkt in staat om steeds weer in actie te komen, verleidingen te weerstaan en om te gaan met tegenslagen. Er is maar een beperkte samenhang met opleiding. Ook veel hoger opgeleiden hebben hier regelmatig moeite mee.

  • Het doenvermogen staat extra onder druk in situaties van stress.

  • De onderliggende persoonskenmerken zijn voor een belangrijk deel erfelijk bepaald en slechts beperkt trainbaar. Het best te trainen zijn specifieke vaardigheden, maar ook dat vraagt om een flinke en langdurige investering. 

Aanbevelingen

De belangrijkste aanbevelingen zijn:

  • Hanteer een realistisch perspectief op de mentale vermogens van burgers bij de voorbereiding, de inhoud en de uitvoering van beleid.
  • Toets bij voorgenomen beleid of voldoende rekening wordt gehouden met verschillen tussen burgers en met het totaal aan mentale belasting dat zij aankunnen.
  • Start enkele pilots rond belangrijke life-events, zoals echtscheiding en baanverlies, om de mentale belasting voor burgers te reduceren.
  • Versterk de redzaamheid door de keuzearchitectuur aan te passen. Bijvoorbeeld door het aanvinken van standaardopties of het verminderen van verleidingen, zodat mensen niet voortdurend een beroep hoeven te doen op hun zelfcontrole.
  • Bij onregelmatigheden moeten uitvoeringsorganen eerst verifiëren of er sprake is van niet willen of niet kunnen voor ze sancties opleggen. Forse overtredingen verdienen forse sancties, maar kleine fouten moeten ook kleine gevolgen hebben.
  • Daarbij past ook dat er vroegtijdig en persoonlijk contact wordt gezocht. Want als de stress nog niet te hoog is opgelopen, hebben mensen nog de mentale ruimte die nodig is om bij te sturen.

Gedragswetenschappelijke kennis

Met dit rapport zet de WRR een volgende stap in de toepassing van gedragswetenschappelijk kennis in beleid. De afgelopen jaren heeft de WRR al de nodige aandacht gevraagd voor beperkingen van het menselijk denk- en oordeelsvermogen. Steeds meer beleidsmakers onderzoeken hoe ze keuzearchitectuur kunnen inzetten om het keuzegedrag van burgers te sturen. Dit rapport gaat een stap verder. Doenvermogen is minstens zo belangrijk als denkvermogen. Het rapport laat zien dat gedragswetenschappelijke kennis ook belangrijk is voor het vaststellen van beleidsdoelen en leidt tot een nieuwe kijk op het ontwerpen van beleid. Door een slimmer en meer realistisch ontwerp van beleid kan de overheid de redzaamheid van burgers versterken.

Noot voor de redactie

Het rapport Weten is nog geen doen. Een realistisch perspectief op redzaamheid (ISBN 978 94 90186  487) is vanaf 24 april vanaf ca. 12.30 uur beschikbaar via www.wrr.nl en te bestellen via info@wrr.nl.

Over de WRR

De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid is een onafhankelijk adviesorgaan, dat de regering en het parlement gevraagd en ongevraagd advies geeft over onderwerpen vanuit een langetermijnperspectief. Deze onderwerpen zijn sectoroverstijgend en hebben betrekking op maatschappelijke vraagstukken waarmee de samenleving in de toekomst te maken krijgt of kan krijgen. Meer informatie over de WRR is te vinden op: www.wrr.nl.