Vogelvlucht #32 Mens en klimaat. De kracht van sociale factoren bij adaptatie
We krijgen door klimaatverandering vaker en indringender te maken met extreme weersomstandigheden. Er worden daarom veel fysieke maatregelen genomen om ons land aan het veranderende klimaat aan te passen, zoals waterbuffers en hogere dijken. Maar voor succesvolle klimaatadaptatie speelt ook menselijk gedrag een belangrijke rol, en daar moet de overheid veel meer op inzetten volgens de WRR in het rapport ‘Mens en Klimaat. De kracht van sociale infrastructuur bij adaptatie’. Raadslid Suzanne Hulscher en senior onderzoeker Annick de Vries gaan in op de belangrijkste sociale factoren.
Vogelvlucht #32 Mens en klimaat. De kracht van sociale factoren bij adaptatie
INTRO:
Inwoners van Nederland krijgen steeds vaker te maken met extreme weersomstandigheden. Denk aan hevige neerslag, langdurige hitte en aanhoudende droogte. En natuurlijk ook zeespiegelstijging. Om burgers weerbaar te maken tegen dergelijke rampspoed, moet het aanpassingsvermogen aan het veranderende klimaat gestimuleerd worden. De zogenoemde klimaatadaptatie. Denk aan het inzetten van maatschappelijke ontmoetingsplekken als bibliotheken, buurthuizen en speelpleinen om burgers te informeren.
Dit soort plekken zorgen ervoor dat mensen oog hebben voor elkaar, ze elkaar meer vertrouwen en doen wat nodig is om zich te beschermen tegen klimaatverandering. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid benadrukt dan ook in het rapport ‘Mens en klimaat’ dat juist de kracht van het inzetten van de sociale infrastructuur de sleutel is tot succes om burgers weerbaar te maken voor klimaatverandering.
Mijn naam is Richard den Haring en in deze aflevering van Vogelvlucht ga ik in gesprek met de makers van het recent gepubliceerde WRR-rapport ‘Mens en klimaat. De kracht van sociale infrastructuur bij adaptatie’. Welkom Suzanne Hulscher en Annick de Vries. Kunnen jullie je even voorstellen?
Suzanne
Ik ben Suzanne Hulscher, ik ben raadslid bij de WRR, nu zo'n jaar of vijf, en ik ben daarnaast ook hoogleraar waterbeheer en waterbouwkunde aan de Universiteit Twente.
Annick
Ik ben Annick de Vries. Ik werk nu zo'n vijf en een half jaar voor de WRR. En ik ben de projectcoördinator voor dit project over klimaatadaptatie.
Richard
Het rapport ‘Mens en klimaat’ met ondertitel De kracht van sociale infrastructuur bij adaptatie: wat moet ik me daarbij voorstellen?
Annick
Mens en klimaat spreekt eigenlijk voor zich. Klimaatverandering is niet alleen een fysieke aangelegenheid, ook geen technische aangelegenheid, maar misschien juist en vooral een sociaal vraagstuk. De mens staat centraal in ons rapport.
En de kracht van sociale infrastructuur bij adaptatie, dat noemen we ook in onze eerste aanbeveling. In die sociale infrastructuur, daar kan zoveel terechtkomen. Sociale infrastructuur, dat betekent fysieke ontmoetingsplekken waar mensen bij elkaar kunnen komen.
Wat kunnen die mensen daar doen? Die kunnen van elkaar leren, die kunnen informatie vergaren, die kunnen een band met elkaar opbouwen, waardoor ze elkaar gaan vertrouwen, waardoor hun sociale netwerk vergroot wordt en zo'n ontmoetingsplek ook nog eens dienen als opvangplaats in tijden van nood. Dat is de kracht van de sociale infrastructuur. Dus het kan ontzettend veel functies vervullen die bijdragen aan maatschappelijke veerkracht.
Richard
En daarom mens en klimaat. Ja. Twee jaar geleden hebben jullie ook een rapport uitgebracht over klimaat. Wat is de samenhang?
Suzanne
Nou dat rapport ging over de verdeling van de kosten die te maken hebben met het klimaat. En daarin zijn we heel duidelijk ingegaan op klimaatmitigatie en klimaatadaptatie. In dit rapport gaat het alleen over klimaatadaptatie.
Klimaat gaat heel erg veel geld kosten, zowel de mitigatie als de adaptatie. En destijds was het van hoe verdeel je die kosten op een rechtvaardige manier. En hier gaat het meer van nou dat klimaat, het is nodig dat wij ons aanpassen aan een veranderend klimaat. Hoe doe je dat op een zo goed mogelijke manier?
Richard
Wat is klimaatadaptatie?
Suzanne
Klimaatadaptatie is eigenlijk dat wij ons aanpassen aan de veranderingen van het klimaat. En dat betekent, wij verwachten extremer weer. We hebben nu al extreem weer, maar we verwachten dat dat nog extremer gaat worden. En dat betekent, als je daaraan adapteert, dus je aanpast, dat kan zijn dat je zelf aanpast, maar ook dat je je omgeving anders inricht. Zodat je daar goed mee om kunt gaan en goed kunt leven.
Annick
Ja, in tegenstelling tot klimaatmitigatie, dat is echt het verminderen van de broeikasgassen bijvoorbeeld, is adaptatie, inderdaad zoals Suzanne zegt, het aanpassen aan klimaatverandering. En de overheid, klimaatadaptatiebeleid, is dus het beleid dat de overheid daarop voert.
Richard
Adaptatie voelt ook een beetje als een soort van, wen er maar aan dat het klimaat verandert. Dat is nou eenmaal zo en we moeten ons maar aanpassen.
Suzanne
Dat is wat heel anders, aanpassen en wennen er maar aan. Aanpassen betekent ook dat je bijvoorbeeld dijken bouwt of dat je je goed voorbereidt op een extreme gebeurtenis. Zoals bijvoorbeeld een langdurige hitte. Dat je ervoor zorgt dat je huis daartegen bestand is.
Of dat je voldoende water, ook op het moment dat er geen drinkwater mocht zijn, in huis haalt. Dat aanpassen heeft dus verschillende factoren. En voor een deel is het er vooral mee leren omgaan. En een deel daarvan kan ook zijn dat je eraan moet wennen want helemaal wegnemen, dat kan niet.
Richard
Ja, het is niet alleen een kwestie van de juiste dijk op de juiste plek, zag ik ook in het rapport. Zou je dat toe kunnen lichten?
Annick
Ja, dat klopt. De dijken en de dammen die we hebben in Nederland, dat is natuurlijk een vorm van klimaatadaptatie. We proberen op die manier de schadelijke effecten te beperken, maar we moeten ook, wat Suzanne net zei, ons leren aanpassen in ons gedrag.
We moeten ook zelf actie ondernemen. Wat kun je zelf doen aan je huis? Om bijvoorbeeld de hitte buiten te houden. Of om bijvoorbeeld wateroverlast zelf te beperken. En daarom hebben we het opgeschreven. Klimaatadaptatie is niet alleen een dijk op een goede plek. Maar het begint ook bij jezelf. Dat noemen wij ook adaptatie.
Richard
En daarbij onderscheiden jullie drie sociale factoren. Dat is omgaan met onzekerheid, die sociale cohesie en sociaaleconomische positie.
Annick
Ja, deze drie factoren die dempen als het ware de ernst waarmee een klimaatgebeurtenis neerslaat. Dus klimaatverandering kan hele schadelijke en ernstige gevolgen hebben. Deze drie factoren hebben wij gekozen op basis van verschillende literatuur en studies vanuit de sociologie.
Dus die drie sociale factoren die kunnen een dempende werking hebben in de ernst waarmee een klimaatgebeurtenis neerslaat en dat is sociale cohesie inderdaad, omgaan met onzekerheid en sociaaleconomische positie.
Richard
En als het om sociale cohesie gaat?
Annick
Ja, sociale cohesie dat is eigenlijk een ander woord voor samenhang in de samenleving en dat betekent hoe goed ken jij de mensen om je heen bijvoorbeeld. Voel jij je samen, voel jij je verbonden met anderen. En sociale cohesie en blijkt ook uit heel veel internationale studies dat kan echte verschil maken tussen leven en dood er is ook een beroemd onderzoek uit Amerika voor een aanleiding van de hittegolf in de jaren 90 in Chicago van Erik Klinenberg die heeft dat heel mooi laten zien tijdens die hittegolf.
Daar was het ook bij mensen of bij groepen van mensen met gelijke sociaaleconomische positie, was die cohesie beslissend voor de mortaliteit. En dat betekent, kun jij goed terugvallen op je netwerk, heb je buren die jou kunnen helpen, heb je familie waar je naartoe kunt? Dat kan in zo'n noodsituatie verschil maken. Dus dat is een van die drie factoren die een dempende werking kan hebben op de ernst van een klimaatgebeurtenis. Maar een klimaatgebeurtenis zelf heeft ook invloed op cohesie. Dus als er iets, zo’n hittegolf of een overstroming, heeft plaats gehad in een gemeenschap, dan kan die cohesie daarna ook beïnvloed worden. Er kunnen bepaalde wijken juist minder aantrekkelijk
worden voor mensen, nou dan valt de cohesie uit elkaar. Maar mensen kunnen zich ook gesterkt voelen met elkaar. Dus het verbroedert. Dat is tijdelijk vaak. Daarna verdwijnt het ook weer een beetje. Zo zie je dat die cohesie ook de andere kant op werkt.
Dus ook wordt die beïnvloed door zo'n gebeurtenis zelf.
Richard
Dus hoe meer mensen elkaar helpen, in gemeenschap met elkaar leven... en nauw met elkaar samenwerken, hoe groter de kans om te overleven?
Annick
Ja, je ziet ook vaak dat mensen die slachtoffer zijn van een klimaatgebeurtenis ... of dat nou een hittegolf is of een overstroming. Mensen die geïsoleerd leven, die hebben grotere kansen om slachtoffer te worden. En dat is heel duidelijk.
Richard
En de factor omgaan met onzekerheid?
Suzanne
Er blijven altijd, ook als je je goed voorbereidt, blijven er altijd restrisico's. Je kunt je nooit 100% veilig wanen tegen bijvoorbeeld overstromingen, maar ook tegen hitte. Er is altijd een kans daarna dat je toch getroffen gaat worden.
En daar kun je op verschillende manieren mee omgaan. Je kunt dat ontkennen. Je kunt ook denken van nou, als het gebeurt, dan gebeurt het. Dat kan ook te maken hebben met een bepaalde geloofsovertuiging. Maar je kunt ook je daar goed op voorbereiden.
Door bijvoorbeeld een noodpakket aan te schaffen, door voorzieningen te treffen in je huis, door bijvoorbeeld stopcontacten omhoog te plaatsen en elektriciteitshuisjes hoger te maken. Dat zou kunnen.
Dus je hebt verschillende mogelijkheden om toch ook met die restrisico's om te gaan. En ook die risicoperceptie kan ook iets doen met de manier waarop een samenleving samenhangt. We hebben in Nederland het omgaan met die risico's verheven tot een volksaard, hoe we kunnen omgaan met de wispelturigheid van het water bijvoorbeeld.
Richard
Maar op welke manier schieten we dan nu nog tekort als dit onze volksaard is?
Suzanne
Nou, het gaat ook over droogte. Daar zijn we nog niet zo heel erg lang, zeg maar, mee bekend. Maar dat wordt steeds duidelijker dat we ook lange zomers kennen... waarin er heel weinig neerslag valt. Nou, dat heeft weer andersoortige problemen voor bijvoorbeeld de landbouw, voor bijvoorbeeld de scheepvaart die daar mee te maken krijgt. En de hitte, dat is er natuurlijk ook eentje die heel duidelijk is... die we nog niet zo lang kennen. Maar onlangs zijn ook de hitterecords in Nederland weer gesneuveld. En de verwachting is wel dat we veel meer echt extreme hittedagen gaan krijgen.
Richard
Ja, en ons daarop moeten gaan voorbereiden.
Suzanne
Ja, en daar kun je je dus op voorbereiden. Je kunt dat ook niet doen. Dus hoe je daarmee omgaat kan heel verschillend zijn. En we kunnen ons natuurlijk ook voorstellen dat er mensen zijn die andere prioriteiten hebben. Die dus veel meer uitdagingen hebben waarmee ze om moeten gaan waarbij dit er dan eentje is, ja dat je deze dan nu wat minder goed, zeg maar, op het vizier hebt, dat is duidelijk. Maar je zou graag willen dat eigenlijk iedereen weet wat die zou moeten doen om zich daar goed op voor te bereiden.
Annick
Wat we hier ook wel zien, wat Suzanne noemt, zijn ook andere dreigingen dan alleen maar water. Wij noemen in onze rapporten ook wel eens blikvernauwing. Dus het is te gefocust op één bepaalde dreiging inzetten, dat kan leiden tot blikvernauwing. Er wordt ook wel eens gesproken van de kwetsbaarheidsparadox. Wij in Nederland zijn ontzettend goed beschermd tegen water, maar er gaat minder aandacht uit naar dreigingen als hitte of droogte. Dus we voelen ons veilig omdat we zo vertrouwen op onze dijken, maar in de praktijk kan het dan wel eens tegenvallen als we ineens geconfronteerd worden met een lange periode van droogte. Dus ook hierin zie je de omgang met onzekerheid is bepalend voor hoe wij ons voorbereiden op klimaatverandering. Dus die dreigingsperceptie, maar die gaat ook altijd gecombineerd met handelingsperspectief. Dus dreigingsperceptie is één kant van de medaille, handelingsperspectief … Je moet weten wat je kunt doen om met een bepaalde dreiging om te gaan. Dus die twee aspecten zijn onderdeel van het omgaan met onzekerheid.
Richard
Het is bijzonder natuurlijk dat we altijd gevochten hebben tegen het water. En dat we nu dus ook ons moeten realiseren dat de droogte net zo bedreigend kan zijn. En die laatste, je noemde het net al even - de sociaaleconomische positie. Ook dat is van invloed?
Suzanne
Het omgaan met overstromingen en met de wateroverlast wordt voor een deel landelijk bepaald. Maar we zien gewoon wel dat er bepaalde wijken en bepaalde plekken zijn waar die dreigingen groter zijn. Denk aan mensen die in laaggelegen gebieden wonen, denk ook aan mensen die in wijken wonen waar heel weinig groen is, waardoor en heel erg versteend zijn. Het is gewoon bekend dat het daar veel warmer is dan in de andere wijken en dat zijn veelal de huurwoningen, de sociale huurwoningen die daar liggen, waardoor zij extra veel last hebben en daarnaast ook nog minder mogelijkheden hebben om zich goed te beschermen. Want de mensen met een hogere sociaaleconomische positie, die hebben vaak een eigen huis en kunnen dan ook verduurzamingsmaatregelen nemen, vaak nog gesubsidieerd ook door de overheid. Terwijl de mensen in de wijken waar het nog warmer wordt ook vaak een huurwoning in zitten, waarbij ze afhankelijk zijn van de verhuurder of die dat wel of niet doet.
Annick
Dat klopt. Mensen met, het is allemaal heel erg, we spreken trouwens over gemiddelden hier, dat is misschien wel goed om even te zeggen, maar mensen met een lagere sociaaleconomische positie, die hebben natuurlijk ook vaker andere problemen.
Ze moeten zien rond te komen bijvoorbeeld. Die onderliggende problemen, die maken het inderdaad voor die mensen ook lastig om zich aan te passen aan klimaatverandering, omdat het niet ‘top of their mind’ is. Dus inderdaad, dat zie je hier ook.
Suzanne
Ja, en denk ook aan mensen die bijvoorbeeld laaggeletterd zijn.
Annick
Bijvoorbeeld, ja.
Suzanne
Die gewoon, waarbij je ook heel goed moet nadenken of de boodschappen die je uitstuurt wel aankomen. Dus dat is ook nog een keer, of dat mensen denken, of zich eigenlijk op de een of andere manier afsluiten voor allerlei informatievoorzieningen.
Annick
En wat we hier ook beschrijven, dus die sociaaleconomische positie, is heel bepalend en is ook heel veel onderzocht overigens in verschillende studies. Die is heel bepalend in hoeverre mensen kwetsbaar zijn voor de gevolgen van klimaatverandering.
Maar die sociaaleconomische positie kan ook na-ijlende effecten hebben. Een scholier bijvoorbeeld uit een gezin die in een klein appartementje woont, die kan zich in een periode van hitte veel moeilijker concentreren op haar eindexamen dan een scholier die in een luxe villa woont in een groene omgeving.
En het lijkt allemaal heel erg marginaal, maar het heeft wel verschil op de leerprestaties. En dat verschil kan zich uitmonden in bijvoorbeeld het wel of niet slagen voor je eindexamen. Terwijl zo'n leerling toch al moeite heeft om bepaalde situaties te overstijgen.
Dus daar zie je dat het na-ijlende effecten kan hebben. Hetzelfde geldt voor de funderingsproblematiek. In toenemende mate krijgen huizen te maken afhankelijk van waar ze gebouwd zijn. Maar in toenemende mate krijgen ze te maken met funderingsproblematiek door aanhoudende droogte. Ook daar geldt voor mensen met een lagere sociaaleconomische positie hebben meer moeite om schade te bekostigen. Ze moeten er een buffer voor hebben, dat kunnen ze misschien niet aanhouden. Die huizen met problemen aan de funderingen, die gaan in waarde zakken. En daardoor is de woningmarkt, die toch al best ingewikkeld is nu, zij zitten straks met huizen die minder waard zijn. Dus in die zin heeft het ook na-ijlende effecten.
Richard
Met alle gevolgen van dien.
Annick
Met alle gevolgen van dien, ja. En dan heb je het echt letterlijk over de fundering van de maatschappij of van het huis. En zo zijn er meer voorbeelden te noemen van een klimaatgebeurtenis die weer verder doorsijpelt in die toch al grote sociaaleconomische verschillen.
Richard
Zou je nog een concreet voorbeeld kunnen geven zoals die fundering?
Suzanne
In een wijk waarin veel alleenstaande oudere mensen wonen, die niet zo'n goede binding hebben, die dan vergeten worden of die op de een of andere manier niet de signalen ontvangen dat het echt heel erg warm gaat worden.
En dan in hun woning achterblijven en sterven door de hitte. Er zijn voorbeelden ook, dat was in de Verenigde Staten ook met die hittestudie, dat mensen kregen wel een ventilator aangeboden, maar die durfden ze niet aan te sluiten, omdat ze bang waren voor de elektriciteitsrekening. Dus dat kunnen gevolgen zijn op het moment dat je de zaken niet goed regelt.
Richard
Het eerste voorbeeld waar iemand alleen is en eigenlijk, … dat lijkt me dan bij de cohesie te horen maar de tweede is eigenlijk weer sociaaleconomisch
En ja, daar hou je dan geen reden mee dat mensen dus eigenlijk gewoon denken van, ja maar wacht even dat wordt duur. Ja, dat gaan we niet doen.
Annick
Je zag in Parijs ook. Dat wordt ook wel eens de eerste echte klimaatramp van Europa genoemd. Eerst aanwijsbare grote gebeurtenissen met dodelijke slachtoffers... als gevolg van klimaatverandering. Het was toen een grote hittegolf met ook heel veel oversterfte.
En daar hebben ze natuurlijk ook onderzoek gedaan... naar wie dan precies die slachtoffers zijn. Ook daar kwam duidelijk naar voren dat de meeste slachtoffers gevallen zijn... in dicht bebouwd stedelijk gebied. Dus de buurten van Parijs waar mensen dicht op elkaar leven, weinig ruimte hebben, weinig publiek groen hebben, daar zijn de meeste slachtoffers gevallen. En overigens ook hier, want sociaaleconomische positie is natuurlijk niet het enige, ik zei net ook al, vaak hangen die drie factoren met elkaar, ook hier speelde het geïsoleerd leven een rol .
Maar wat als de regering jullie adviezen nou naast zich neerlegt. Wat zijn dan de risico’s?
Suzanne
Nou, ik denk dat de gevolgen zijn, dat er kansen gemist worden op klimaatbestendig maken van Nederland. Ik zou het graag om willen draaien door de factoren wel mee te nemen in de klimaatadaptatie. Kun je Nederland beter klimaatbestendig maken? En dat klimaatbestendig worden duidelijk een fysieke component heeft. Denk aan de dijken en de duinen en airconditioning. Dat zijn duidelijk fysieke kanten.
Nou, en airconditioning, dat zijn duidelijk fysieke kanten, maar daar zitten ook heel duidelijk sociale kanten aan. En dat betogen wij ook in ons rapport.
Annick
En in aanvulling daarop, als we er geen rekening mee houden, betekent dat dat we de meest klimaat kwetsbare groepen over het hoofd zien.
Richard
Ja, dat die groepen de pineut zijn.
Annick
Ja, dus de mensen die alleen wonen, de mensen met een lagere sociaaleconomische positie en de mensen die het bewustzijn missen dat het echt erg is met klimaatverandering. Die drie factoren, ik zei net al, er zijn ook na-ijlende effecten bijvoorbeeld van die sociaaleconomische positie die na-ijlt. Het kan ook leiden dat mensen het wij- tegen zij-gevoel. Mensen die klimaatverandering, ja die denken ja het zal wel, we zijn toch goed beschermd door de dijken of het loopt zo niet zo vaart. Mensen kunnen tegenover elkaar komen te staan en dat leidt tot onrust in de samenleving. En dat bij elkaar is natuurlijk ook niet goed voor het voeren van klimaatbeleid. Dus ook om dat te voorkomen is het van belang om die sociale factoren mee te nemen.
Suzanne
Mag ik wil dat nog even aanvullen? Want ik denk dat om een draagvlak te houden voor de maatregelen die te maken hebben met klimaatadaptatie is het dus heel belangrijk, want het gaat hartstikke veel geld kosten, klimaatadaptatie en dus heel belangrijk dat alle Nederlanders zich daardoor beter aangepast voelen.
Richard
Hoe ga je mensen bereiken, de burger?
Suzanne
Wij gaan niet direct burgers bereiken maar ik denk dat het idee is, hoe gaat gaan de overheden de burgers bereiken?
Richard
Wat adviseren jullie?
Suzanne
We hebben niet tot in detail uitgewerkt, maar ik denk wel dat er iets gevonden moet worden zodat elke burger zich er bewust van wordt welke dreigingen er spelen en dat die dreigingen groter worden. En ik kan me voorstellen dat er verschillende overheden daar een rol in spelen. Dus denk aan gemeentes, provincies, de centrale overheid en daarnaast waarschijnlijk ook de waterschappen. Dus dat zijn echt verschillende gremia die dit zouden kunnen doen.
Richard
Recent hadden we natuurlijk die stroomuitval in Spanje en Portugal. Hoe kijken jullie als onderzoekers daarnaar?
Suzanne
Als onderzoeker denk ik dat die mensen heel duidelijk afgesloten zijn geweest van de gangbare kanalen om informatie uit te krijgen. Denk aan televisie, denk aan internet, aan radio.
Dus ze zullen het op een andere manier, en de telefoon zal het op een gegeven moment ook niet meer doen. Dus ik dacht inderdaad, bij mij ging meteen van: oh, nu zou het handig geweest als die sociale infrastructuur er was geweest. Als ze hadden geweten waar ze naartoe hadden kunnen gaan om daadwerkelijk de informatie te krijgen.
Suzanne
Ik moest ook meteen denken aan, ik heb een keer aan de aardbeving die ik zelf heb meegemaakt, ‘s nachts op vakantie in Griekenland. Dat was een hele flinke aardbeving en iedereen liep naar buiten maar niemand wist waar die naartoe moest. Het was duidelijk een hotel waar de eigenaar, het personeel was ‘s nachts weg. Dus er was eigenlijk helemaal niemand, iedereen stond buiten en het was helemaal niet duidelijk wat er moest gebeuren.
Als ik aan die stroomuitval denk ik dat het angstig is geweest, dat mensen niet wisten wat er ging gebeuren. Ik denk dat dat, die sociale infrastructuur, je daar heel duidelijk tegemoet aan kan komen om die angst weg te nemen. Niet de stroomuitval zelf, maar juist er weerbaarder tegenwoordig door te weten waar je de informatie kunt halen, wat er aan het gebeuren is.
Richard
In het rapport staat ook dat gevaarlijke situaties uit het verleden hun sporen achterlaten in het heden. Bijvoorbeeld wanneer gemeenschappen vaak te maken hebben met overstromingen of natuurbranden, ontstaan er bepaalde patronen. Welke patronen denken jullie?
Suzanne
Op het moment dat een gebied vaak last heeft van wateroverlast, of kunnen mensen hun huizen gaan aanpassen. Het kan ook zijn dat mensen daar dan minder graag willen gaan wonen en op die manier kun je dus als ze er minder gaan wonen dan krijg je dat er minder samenhang gaat komen. Het kan ook juist zijn dat mensen samen de schouders eronder gaan zetten en denken van hier gaan we wat aan doen. Dus ook dat kan ook leiden tot meer saamhorigheid in dat gebied.
Richard
Ja, je kan nog twee kanten op.
Annick
Ja. En even in aanvulling hierop, sommige gemeenschappen die vaak te maken hebben gehad met wateroverlast, of met een andere dreiging vanuit de natuur, die kunnen natuurlijk ook dat gaan omarmen. Ze kunnen er ook een kans van maken. Ze kunnen bijvoorbeeld toerisme opbouwen als er veel water is en als er veel natuur omheen is. Dus dat ook bepaalt de manier waarop mensen tegenover zo'n dreiging staan. Op die manier laat het ook z'n sporen na en kunnen historische gebeurtenissen van invloed zijn op de cultuur en op de manier waarop mensen met de natuur omgaan.
Richard
En tot slot, de derde aanbeveling. Jullie roepen de overheid op om te zorgen dat mensen weten wat ze kunnen doen om zich aan te passen aan een veranderend klimaat.
Annick
Ja, dat is niet vanzelfsprekend, zou ik willen zeggen. Nee, het gaat niet vanzelf, tijdens een ramp wil iedereen helpen en de media-aandacht en dan komt koning op bezoek en vlak daarna stort het in. Dus ook dan is het van belang om je eigen netwerk op orde te hebben.
Suzanne
Ja, en ook kunnen mensen het gevoel hebben daarna dat ze niet geholpen, niet genoeg zijn geholpen. Er zijn voorbeelden van mensen die dachten veel meer recht te hebben op schade compensatie dan dat ze hebben gekregen. En daar kun je heel erg verbolgen over zijn. Daar kun je heel erg ontevreden over zijn. Het kan gevoelens van krenking oproepen en daardoor dat kan ook weer leiden tot minder draagvlak of tot polarisatie. Dat kan ook duidelijk sporen nalaten. Het is belangrijk om daar ook open in te zijn, zodat op het moment dat je de sociale factoren goed op orde hebt, is de kans daarop minder groot.
Richard
Ik wil nog door naar jullie conclusies. Er zijn meerdere conclusies natuurlijk, maar jullie onderscheiden twee belangrijke conclusies. Klimaatbestendigheid heeft een fysieke en sociale component die idealiter elkaar versterken, maar niet noodzakelijkerwijs in elkaars verlengde ligt. Wie zou die willen toelichten?
Annick
We hebben een ontzettend sterke delta-community in Nederland. Dus van oudsher is de aandacht geweest op de sterke dammen en sterke dijken en ligt eigenlijk alles buiten die scoop minder voor de hand. Dat zien we ook in onze projecten. Er zijn natuurlijk een aantal uitzonderingen erop, bijvoorbeeld de ruimte voor de rivier. Daar was een dubbele doelstelling, dus een bijdrage aan een natuurontwikkeling en tegelijkertijd bescherming tegen het water. Maar vaak genoeg gaat het erom dat die fysieke veiligheid geborgd wordt en dat staat op nummer 1. De sociale kant die wordt daarbij minder vanzelfsprekend meegenomen, terwijl je daar wel enorm veel winst mee kunt behalen. Ik noemde net al even ruimte voor de rivier, daar ging het vooral om die fysieke bescherming en natuurontwikkeling. Maar er is bijvoorbeeld ook een prachtig voorbeeld op dit moment gaande in de gemeente Dordrecht.
Daar zijn ze van een hoger gelegen gebied in de stad, maken ze een maasterras, zo noemen ze dat. Dat is een stadsdeel, ze maken daar huizen op. En tegelijkertijd is dat stadsdeel bedoeld om mensen op te vangen die tijdens een watersnood weg moeten vluchten uit hun eigen huis. Mensen kunnen daar veilig naartoe tijdens een noodsituatie. Gezinnen uit Dordrecht worden opgeroepen om andere gezinnen daar op te vangen. En in het dagelijkse leven, als er niks aan de hand is, dan is deze plek ook nog eens een ontzettend mooie plek om daar te zijn en te recreëren. Het is allemaal nog in ontwikkeling, dus het is er nog niet, maar dit soort ideeën, hoe je dus die fysieke kant met die sociale kant kunt combineren,ja dat is prachtig! Maar dat is nog geen gemeengoed, dus daar moeten we aan werken.
Richard
Mooi voorbeeld hoor. En de andere conclusie, in een klimaatbestendige samenleving hebben mensen oog voor elkaar, vertrouwen ze elkaar en beschikken ze over voldoende doenvermogen.
Suzanne
Dat heeft dus ermee te maken dat er in zo'n samenleving cohesie is. Dat dat helpt en dat mensen ook weten wat ze moeten doen. Dus dat ze een handelingsperspectief hebben en zich daarop voorbereiden. Dat is de conclusie dat als je zo'n samenleving voor elkaar krijgt, dat je dan beter klimaatbestendig bent.
Richard
Ja, mensen informeren en samenwerken.
Suzanne
Ja, maar ook elkaar weten te vinden, elkaar opzoeken en ook op elkaar durven te vertrouwen. Dus dat als je aanklopt bij je buurman, dat je er hulp nodig hebt, dat je dat ook krijgt.
Richard
Het klinkt heel basaal eigenlijk.
Suzanne
Ja, het klinkt heel basaal. En toch hebben we ook in het onderzoek wat we gedaan hebben gemerkt dat dat niet iets is wat vanzelfsprekend is.
Richard
Dit waren de conclusies. Wat zijn jullie aanbevelingen?
Suzanne
De eerste aanbeveling gaat duidelijk over de sociale infrastructuur. En daarmee willen we heel graag aanbevelen dat daarin wordt geïnvesteerd. Dus dat daar goed structureel over nagedacht wordt hoe je die sociale infrastructuur op orde kunt krijgen in Nederland zodat je plekken aanwijst, bijvoorbeeld bibliotheken fysieke plekken maar ook kan ook een station zijn of iets anders waar duidelijk informatie voor handen is en die ook kunnen dienen als een vluchtplaats als er iets aan de hand is. Als bijvoorbeeld een watersnood is of als het heel erg warm is of waar mensen dan zelf daar, dat het gekoeld is, maar dat ze ook anders ook weten waar andere plekken zijn, waar ze koeler kunnen verblijven. Dus dat is de eerste aanbeveling, zorg ervoor dat die plekken er zijn. En wij noemen dat sociale infrastructuur.
Richard
En de andere, de tweede aanbeveling, stuur op krachtenbundeling en onderling vertrouwen?
Annick
Ja, kijk, dit soort mooie voorbeelden komen er niet vanzelf natuurlijk. Er is wel iets voor nodig. En wat we nu zien, ik zei het net ook al even, er is een enorme sterke Delta community. We hebben een Delta commissaris, die heeft een hele staf om zich heen. We hebben een Delta programma. Er is enorm veel aandacht gegaan en terecht ook overigens naar de Delta werken. Er is een heel fonds voor opgezet. En wij zeggen, benut het vertrouwen wat daarmee is gecreëerd, benut dat nou ook voor die sociale factoren. Er kan veel meer kennis uitgewisseld worden op dat sociale domein. Zo'n voorbeeld uit Dordrecht. Breng dat daar onder de aandacht. Zorg ervoor dat er ook aandacht is voor die sociale factoren in dat denken van een Delta community.
En het klinkt misschien simpel. Maar in de praktijk is het helemaal niet zo simpel. Want het is toch een bepaalde manier van denken wat nog steeds heel erg dominant is. Als het gaat om klimaatadaptatie. En dat is waterveiligheid. En dan vooral de fysieke ingrepen.
Suzanne
Ja, en ook de langere termijn denk ik, effecten van bijvoorbeeld van hitte en van droogte. Door daarop te anticiperen kun je daar ook heel veel meer bereiken. Zowel de fysieke kanten, die nu nog niet voldoende benut worden, maar zeker ook sociale kanten kunnen daar enorm in bijdragen. En daarin is het belangrijk dat er een bundeling gaat plaatsvinden van de krachten die er zijn om dat voor elkaar te krijgen.
Richard
En tot slot de derde aanbeveling. Jullie roepen de overheid op om te zorgen dat mensen weten wat ze kunnen doen om zich aan te passen aan een veranderend klimaat.
Suzanne
Dat heeft dus ook heel duidelijk met een voorlichting te maken. En dat mensen eigenlijk veel meer dan nu zich gaan realiseren dat er van alles op ons af kunt komen. Dat er gewoon een restrisico is en wat ze dan kunnen doen. Er zijn wel oproepen en er zijn, maar op dit moment zijn er nog steeds veel te weinig mensen die noodpakketten in huis hebben, die voorbereid zijn op verschillende soorten klimaatdreigingen.
Annick
Dus dat kan heel erg veel beter. Ja, en daarbij is het ook belangrijk om te letten op de mensen die minder vanzelfsprekend toegang hebben tot informatie. Vaak zijn dat ook de kwetsbare mensen, die moeten ook geïnformeerd worden en handelingsperspectief krijgen want informatie over een klimaatdreiging is één, maar informatie over wat je daadwerkelijk moet of kunt doen, dat is twee. En eigenlijk is dat laatste nog veel belangrijker.
Suzanne
Ja, en ook dat er financieel tegemoet wordt gekomen als dat een probleem is om je voor te bereiden op klimaatveranderingen. Dus de noodpakketten, als dat heel erg duur is, dat er dan een voorziening voor getroffen wordt zodat iedereen in onze samenleving klimaatbestendig kan worden.
Richard
Ja, weerbaar en onafhankelijk van de sociale klasse.
Annick
Het is wel mooi ik heb een tijdje in de Verenigde Staten gewoond in Texas en daar was het, daar kon het heel warm zijn of heel nat of heel erg stormachtig het kan eigenlijk alle extreme waren daar wel aan de orde en al van tevoren, als dat verwacht werd, werd aangekondigd in de bibliotheken en in de supermarkten. Er werd aangekondigd welke top tien van producten je in huis zou moeten halen en welke tien plekken het best voorzien waren van bijvoorbeeld airconditioning en waar je naartoe kon gaan als het te warm werd. Dat soort praktische, ogenschijnlijk simpele dingen, en ik zeg niet dat we het direct nodig gaan hebben hier hoor, maar daar zou je best aan kunnen over kunnen nadenken. Hoe geef je niet alleen een code rood af, maar hoe geef je ook daadwerkelijk informatie over handelingsperspectieven af? Wat moet je doen? En daar kunnen we wat meer aandacht aan besteden.
Richard
Ja, is het gewoon dat wij in Nederland gewoon te goed gaan dat we er helemaal niet meer bij stilstaan?
Annick
Ja, we hebben, kijk, sinds de watersnoodramp zijn er geen dodelijke slachtoffers meer gevallen als gevolg van een overstroming. Dus we hebben die urgentie nog niet zo gehad. Maar dat geeft natuurlijk geen garantie voor de toekomst.
Suzanne
Ja, en de oversterfte door hitte, die is niet zo zichtbaar.
Annick
En die was er wel in 2019.
Suzanne
Bij overstroming kun je dat veel beter aanwijzen, dat het daardoor komt. Maar dat betekent niet dat het er niet is. Dus wij moeten er nog eigenlijk aan wennen, dat dat iets is wat nog veel meer op ons af gaat komen dan in het verleden. En ook voor water, overstroming,
En wateroverlast, dat zijn ook heel duidelijk dreigingen die naar verwachting enorm gaan toenemen en waar we ons nu op aan het voorbereiden zijn, maar die duidelijk ook nog steeds een restrisico inhouden. Dat er in 2021 geen dodelijke slachtoffers zijn gevallen in Limburg door de wateroverlast, ja, daar mogen we heel erg blij mee zijn. Maar ja, het had ook eigenlijk net zo goed wel kunnen gebeuren. En in het buitenland is het ook wel gebeurd. Dus dat was eigenlijk wel heel fijn dat het in Nederland niet gebeurde maar dat betekent zeker niet dat we alles dusdanig goed op orde hebben. Dat we er heel zeker van kunnen zijn dat het niet gebeurt.
Richard
En daarom ook dit rapport.
Suzanne
Ja.
Richard
Om die bewustwording over te dragen. Ja.
Richard
Hartelijk dank Suzanne Hulscher en Annick de Vries. En veel succes met het uitrollen van het rapport Mens en Klimaat. U heeft geluisterd naar een aflevering van Vogelvlucht. De podcast van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. Volg ons via je favoriete podcast-app of ga naar de website wrr.nl voor meer informatie. Tot de volgende keer!