Toelichting op het WRR-Rapport 96: Samenleving en financiële sector in evenwicht

In deze video geeft WRR-raadslid Prof. Arnoud Boot een toelichting op het WRR-rapport ‘Samenleving en financiële sector in evenwicht’.

(Op een rapport staat de titel: Samenleving en financiële sector in evenwicht. Arnoud Boot:)

RUSTIGE MUZIEK

ARNOUD BOOT: Belangrijkste conclusie van het rapport is dat de samenleving, dus wij met z'n allen, veel te afhankelijk zijn geworden van de wispelturigheid van financiële markten de financiële sector in het algemeen.
Ze is niet alleen afhankelijk, ze is ook kwetsbaar.
Dus de vraag is: hoe kunnen we de samenleving veel sterker inrichten waardoor die kwetsbaarheid eruit gaat?
Want uiteindelijk moet het groeipotentieel van Nederland komen uit die samenleving.
En dat groeipotentieel is meer langetermijngericht terwijl de financiële sector, en zeker de afhankelijkheid van de financiële sector altijd heel duidelijk op die korte termijn gericht is en derhalve op gespannen voet kan staan, juist met die lange termijn.
INTERVIEWER: In het rapport doet u een aantal aanbevelingen op welk terrein bijvoorbeeld?
De aanbevelingen zijn, op het moment dat je het over samenleving hebt want we hebben het echt over sociaal-economisch beleid dan gaat het dus over aanbevelingen over een heel breed terrein.
Bijvoorbeeld, voor de hand liggend, het belastingsysteem.
Als je het maken van schulden, denk aan de hypotheekrenteaftrek, fiscaal subsidieert dan ben je al een overmatige afhankelijkheid aan het creëren van de financiële sector, van de financiële sfeer.
Maar het gaat veel breder, want uiteindelijk wil je in die samenleving dat er meer op die lange termijn gestuurd wordt.
Dat betekent dat die samenleving ook meer op de lange termijn moet kunnen investeren.
En dan heb je het meteen ook over pensioenfondsen.
We hebben pensioenfondsen ingericht op een wijze waarop ze dagelijks liquideerbaar moeten zijn.
Er is dagelijks ruzie over van wie het geld is van Jantje van 25 of overgrootvader van 95, van wie is het geld?
En we moeten dagelijks berekenen of er genoeg in de pot zit.
Dus er moet liquideerbaar geïnvesteerd worden en dat is dus niet op de lange termijn, en dat is het pensioensysteem.
Maar dan, als je langs deze lijnen naar sociaal-economisch beleid kijkt dan kom je op allerlei andere punten uit.
En die andere punten hebben betrekking ook over u en ik als wij een hypotheek nemen of als wij financiële producten nemen.
Vaak nemen we producten waar we voor de lange termijn aan vastzitten.
Wij moeten dus de juiste beslissing nemen.
Want te veel schuld of afhankelijk van het verkeerde product dat zijn een soort molenstenen rond onze nek.
Dus hoe krijg je 'countervailing power' dus hoe krijg je genoeg kracht aan die kant van de consument dat hij niet te afhankelijk wordt van het financiële dat hij daar tegenwicht kan bieden.
Dus daar hebben we aanbevelingen, dat is meer richting consumenten.
Ook richting mkb op dat punt, want mkb kan ook in die klem terechtkomen.
Dus je zit op een breed scala van vraagstukken waar je juist die lange termijn wil krijgen die centraal moet staan in de samenleving en die niet centraal staat, in wezen, in die financiële wereld.
INTERVIEWER: Dus in feite betekent het het ontwikkelen van plannen op sociaal-economisch gebied voor de langere termijn?
Het betekent in ieder geval dat je met sociaal-economisch beleid juist naar die langere termijn moet kijken.
Je moet onderkennen dat je de financiële sector wel puur de zwartepiet kunt geven van: we hebben een crisis gehad, is de fout van de financiële sector en natuurlijk is daar van alles verkeerd gegaan wij doen ook aanbevelingen om dat te versterken, die financiële sector maar de kiemen van het zelfgroeiend bakmeel, zelfrijzend bakmeel waar de financiële sector tot verworden is die kiemen liggen echt in ons sociaal-economisch beleid.
We hebben ons veel te afhankelijk gemaakt van die financiële sector en we moeten terug naar het fundament van het sociaal-economisch beleid hoe krijgen we die lange termijn erin? En het leuke daarvan is daar hebben wij nationale autonomie over, beleidsautonomie over.
Daar gaat Brussel niet over, daar gaat Frankfurt niet over.
Dat wordt vaak over de financiële sector gezegd maar niet over het sociaal-economisch beleid.
En daar liggen toch de kiemen, in wezen, van de ontwrichting van de maatschappij.
INTERVIEWER: U zegt: Wispelturigheid van de financiële sector.
Is die uit te bannen dan?
Heel lastig, die is heel lastig uit te bannen.
Kijk, die financiële sector stuurt op onmiddellijke impulsen.
Je kunt moeilijk zeggen Kijk even naar aandelenkoersen die gaan geweldig op en neer, die gaan honderd keer meer op en neer dan het nationaal inkomen op en neer gaat.
Het nationaal inkomen is een uitkomst eigenlijk van sociaal-economisch beleid dat beweegt eigenlijk heel weinig, anderhalf procent omhoog is heel goed een jaar met min één procent groei is een geweldig grote crisis.
Maar als je naar aandelenkoersen kijkt die gaan soms dertig procent omhoog en twintig procent omlaag.
Dus daaraan zie je al dat de financiële impulsen altijd heel extreem zijn.
Dus als je gedwongen bent daar veel te sterk op te reageren en je bent dat als je te veel schuld hebt of als je te veel afhankelijk bent van bepaalde financiële producten ja, dan ga je dus sturen op die korte termijn.

(Beeldtekst: Voor meer informatie: wrr.nl. Copyright WRR 2016.)

DE RUSTIGE MUZIEK EBT WEG