WRR-voorzitter Corien Prins spreker op Deense conferentie
De coronacrisis is geen sprint maar een marathon en dat vraagt transparantie en flexibiliteit van het gevestigde kennislandschap, aldus WRR-voorzitter Corien Prins. Eind november reflecteerde Prins tijdens een Deense conferentie op de toepassing en het benutten van wetenschappelijke kennis en advies tijdens de coronacrisis. De conferentie werd georganiseerd door de Deense Raad voor Onderzoeks- en Innovatiebeleid (DFiR). Naast Prins spraken ook leden van EU organisaties en het Amerikaanse instituut voor gezondheid.
Prins noemde in haar bijdrage vier kenmerken die de coronacrisis typeren:
- De coronacrisis is geen sprint, maar een marathon. Dat betekent dat er niet zoiets als ‘state of the art’ kennis bestaat. Doordat de kennis voortdurend in ontwikkeling is, zijn er steeds nieuwe inzichten.
- Deze crisis begon als een gezondheidscrisis, maar al snel bleek dat de samenleving er veel breder door geraakt wordt. Dat betekent dat het overheidsbeleid moet worden ondersteund vanuit interdisciplinair wetenschappelijk advies.
- Dit is geen Nederlandse, Deense, Duitse of Italiaanse crisis. De hele wereld krijgt tegelijkertijd met vergelijkbare uitdagingen te maken. Hoe kun je onder die omstandigheden aan de burger uitleggen dat landen op basis van dezelfde wetenschappelijke inzichten verschillend beleid maken?
- Door deze crisis zijn wetenschappelijke adviseurs in de schijnwerpers komen te staan. Hoe kunnen adviseurs deze aandacht benutten om te communiceren met het publiek?
Prins deelde ook haar belangrijkste twee lessen van de afgelopen maanden. De eerste: een wetenschappelijk adviseur moet zich bewust zijn van het belang van transparantie en zijn taak om bij te dragen aan het bouwen van vertrouwen. Dit is inmiddels een wezenlijk onderdeel van het werk geworden. Transparantie betekent niet alleen zichtbaar zijn, maar ook uitleggen hoe wetenschappelijke kennis tot stand komt en zich verder ontwikkelt. Hiervoor moeten we vooral ook luisteren naar en leren van de samenleving. Ten tweede: nu we te maken hebben met een marathon is het van belang dat de gevestigde infrastructuur voor wetenschappelijk advies flexibel is. Deze moet in staat zijn om alle relevante kennis, ook die buiten de gezondheidskunde te omvatten en begrijpen. Dat vraagt in ieder geval ook om interdisciplinair adviseren.