De sociale kant van het klimaatadaptatiebeleid

Annick de Vries is een van de onderzoekers en de projectcoördinator van de projectgroep Klimaatbeleid die het rapport Mens en klimaat. De kracht van sociale infrastructuur bij adaptatie heeft opgesteld. Nu het is gepubliceerd, spreken we met haar over de verdere activiteiten.

Wat willen jullie bereiken met dit rapport?

Dat er aandacht komt voor de sociale kant van klimaatverandering. Die heeft impact op hoe mensen met elkaar samenleven, hoe ze bedreigingen ervaren en hoe ze vertrouwen op de overheid en elkaar. Dit ‘sociale weefsel’ wordt aangetast door de verandering van het klimaat met extremer weer en grotere kans op rampen. Die sociale kant krijgt nu te weinig aandacht van de overheid bij het klimaatadaptatiebeleid.

Op wie richten jullie je vooral?

We vragen in de eerste plaats aandacht op nationaal niveau. Daarom bieden we het rapport aan minister Madlener van Infrastructuur en Waterstaat aan; hij heeft binnen de betrokken departementen een coördinerende rol bij de vormgeving van het klimaatadaptatiebeleid. Daarnaast zien we een belangrijke rol weggelegd voor provincies en gemeenten. Denk bij gemeenten aan het meenemen van de sociale factoren bij de stadsontwikkeling en hun beleid rondom klimaatbestendigheid. Over dat laatste gaat een van onze aanbevelingen; we pleiten voor het investeren in de sociale infrastructuur, zoals bibliotheken, stations, buurtcentra; plekken waar mensen elkaar ontmoeten, informatie kunnen krijgen en naar toe kunnen in tijden van nood.

Waarom is die sociale infrastructuur zo belangrijk?

Uit onderzoek blijkt dat het echt verschil maakt als er op wijkniveau sprake is van een grote sociale cohesie. Een bekend onderzoek gaat over een grote hittegolf in Chicago in de jaren 90. Hier bleek dat er veel minder dodelijke slachtoffers waren gevallen in een wijk met een grote sociale cohesie, vergeleken met een wijk die qua armoedecijfers min of meer overeenkwam. Dat biedt extra bescherming, is wetenschappelijk bewezen.

Jullie organiseren op 30 juni een symposium samen met het Sociaal en Cultureel Planbureau en de Wetenschappelijke Klimaatraad. Hoe is dat zo gekomen en wat willen jullie bereiken?

We komen alle drie in dezelfde periode met een publicatie die gaat over de sociale aspecten bij klimaatadaptatie. Het SCP publiceerde in april het onderzoek ‘Klimaat en Samenleving’ over crisisparaatheid en steun voor adaptatiebeleid, en over wie volgens burgers aan zet is om actie te ondernemen. De WKR komt in juni met een advies voor de Nationale Klimaatadaptatiestrategie over richtinggevende keuzes voor ruimtelijke en maatschappelijke adaptatie. Met ons symposium, getiteld ‘Klimaatadaptatie, ook een sociaal vraagstuk’ hebben we een inhoudelijke bijeenkomst voor ogen. We willen de aanwezigen, de experts uit ‘het veld’, inspireren om met de adviezen in de praktijk aan de slag te gaan.

Wat staat er de komende tijd verder op het programma?

We voeren al veel gesprekken met uiteenlopende partijen, daar gaan we de komende tijd mee door. Ook zullen we presentaties geven op congressen en dergelijke. En het kabinet zal met een kabinetsreactie op ons rapport komen. Die zullen we zorgvuldig bestuderen en zien welke vervolgacties mogelijk zijn.